Verspreiding


Waar komt de eikenprocessierups vandaan?

De processierups komt van oorsprong uit Zuid-Europa, maar heeft zich in de afgelopen 30 jaar vanuit het zuiden naar het noorden verplaatst. De eerste nesten in Nederland zijn in 1991 waargenomen. In 2004 en 2007 was er al een piek in het aantal meldingen. Sindsdien heeft de rups zich verder noordwaarts verspreid. De soort lift mee op verschuivende klimaatzones naar het noorden, die veroorzaakt worden door opwarmende temperaturen. Deze ‘volksverhuizing’ zien we ook bij andere dieren, waaronder de dennenprocessierups en de tijgermug.

Waarom ineens die enorme toename?

De eikenprocessierups profiteert van veranderingen in het klimaat.
Zachte winters en droge hete zomers, stimuleren de groei van populaties. 


Verspreiding in België (provincie Antwerpen)

Verspreiding eikenprocessierups 2009-2019

In bovenstaande grafiek zien we een sterke stijging in hinder door eikenprocessierupsen in 2007 en 2008. Deze hinder overtreft de hinder ervaren in 1996, toen er een eerste piek was. Vanaf 2012 daalt de hinder ten opzichte van de 5 voorgaande jaren. In 2018 en 2019 waren er opvallend veel rupsen en nesten aanwezig. Vermoedelijk heeft dit te maken met het goede weer tijdens de uitvliegperiode van de vrouwtjes.

Algemeen kunnen we stellen dat tot 2003 de hinder (hoog aantal aangetaste locaties) in de provincie Antwerpen zich beperkte tot het noorden van de regio Noorderkempen en Antwerpen. In 2004 en 2005 breidde de hinder uit naar de Zuiderkempen en de streek rond Mechelen. Vanaf 2008 is de hinder verspreid over de hele provincie. In 2019 merken we op dat sommige gemeenten te kampen hebben met zeer grote aantallen aangetaste locaties (>100). Enkele gemeenten in het zuidwesten van de provincie ondervinden daarentegen weinig hinder.

Meer gedetailleerde info over de verspreiding in de provincie Antwerpen kan je hier vinden.


Verspreiding in Nederland

Verspreiding eikenprocessierups 2009-2019
Verspreiding eikenprocessierups 2009-2019

De eerste nesten in Nederland zijn in 1991 waargenomen. In 2004 en 2007 was er een eerste piek in het aantal meldingen. Sindsdien heeft de rups zich verder noordwaarts verspreid. Uit een inventarisatie van twintigduizend eikenbomen blijkt dat er in 2019 op sommige plaatsen drie keer zo veel rupsen zijn als in het piekjaar 2018, terwijl dat jaar al een verdrievoudiging was ten opzichte van 2017.