Meer vogelsoorten en grotere mezen nesten dan vorig jaar
Op alle proeflocaties voor mezen werden ook dit jaar tellingen en nestkastcontroles uitgevoerd. We vonden meer verschillende soorten terug in de kasten en ook de nesten waren groter dan vorig jaar. Naast heel wat kool- en pimpelmezen telden we dit jaar 11 nesten van de bonte vliegenvanger.
De tellingen van volwassen mezen vonden plaats eind maart en verschilden niet zoveel van het voorgaande broedseizoen. De meeste mezen werden waargenomen op de locaties met nestkasten. Bij de controlelocaties (zonder nestkasten) lagen de aantallen duidelijk lager.
De nestkastcontroles werden uitgevoerd in april en mei. Dit is iets eerder dan in 2021 door het zachte voorjaar. Tijdens de controles werden verschillende soorten holenbroeders teruggevonden. De traditionele en meest algemene soorten waren koolmezen en pimpelmezen, maar ook bonte vliegenvangers en boomklevers hebben de weg naar onze nestkasten gevonden. Zo waren er dit jaar 11 nesten bonte vliegenvanger (4 vorig jaar) en 3 nesten boomklever, waarvan er vorig jaar nog geen nest aanwezig was.
Door het goede voorjaar en de grote aantallen rupsen (wintervlinder, eikenbladroller), waren de nesten opvallend groter dan vorig jaar. Zo hadden koolmezen en pimpelmezen gemiddeld meer dan 10 jongen, terwijl dit vorig jaar beduidend minder was. Een nest van 12-14 jongen was dit jaar eerder regelmaat dan uitzondering in tegenstelling tot het voorgaande jaar (maximaal 11 jongen). Mede dankzij het grote voedselaanbod werden er ook minder nestjes met dode jongen aangetroffen (3 tegenover 9 vorig jaar). Dit jaar waren er opnieuw veel nestkasten in gebruik. Zo werden er in 42% van de nestkasten eieren of jongen aangetroffen.
Wat precies het effect is van de nestkasten op het aantal nesten van de eikenprocessierups en de grootte van die EPR-nesten gaan we in de komende maanden uitzoeken d.m.v. statistische analyses.