Monitoring
Het monitoring luik van het project, heeft als doel de impact van de verschillende ecologische beheermethoden die we in dit project gaan uittesten te meten.
We willen namelijk vaststellen wat het effect is van het inzetten van de verschillende technieken op:
Monitoring van het effect van de drie ecologische beheertechnieken op het aantal eikenprocessierupsen
We verwachten dat de drie controletechnieken die we gaan toepassen (aantrekken van mezen; aantrekken van sluipwespen en-vliegen; uitzetten grote poppenrover) de populatiegrootte van eikenprocessierups zullen verminderen. Het is echter belangrijk een zicht te krijgen op de grootte van het effect, om de effectiviteit van de verschillende methoden met elkaar te kunnen vergelijken en om te kunnen nagaan welke methode voor welk type van locatie het meest geschikt is.
Concreet zullen op alle proeflocaties elk jaar tijdens de zomermaanden het aantal en de grootte van de nesten van de eikenprocessierupsen gemeten worden. We doen dit een eerste keer vóór de start van de proeven om de startsituatie te kennen. Dergelijke metingen gebeuren zowel op de plekken waar één van de ecologische beheermethodes worden toegepast, als op de controle locaties met geïnfecteerde eiken, maar zonder beheer. Op die manier kunnen we de impact van de verschillende methodes meten en met elkaar vergelijken. De uiteindelijke resultaten zullen statistische verwerkt worden in een rapport en dienen als input voor de beslissingsboom die we finaal gaan opmaken.
Monitoring van de gezondheidseffecten veroorzaakt door de eikenprocessierups
Vóór de start van de proeven, in de zomer van 2020, verzamelen we data van 600 huisartsen in Vlaanderen en Nederland over het aantal gezondheidsklachten die zij binnenkrijgen in verband met de eikenprocessierups. Deze doen dienst als basisdata. De data inzameling gebeurt in samenwerking met INTEGO/Sciensano (Vlaanderen) en NIVEL (Nederland).
Tijdens de duur van het project en ook 5 jaar erna (2030), zullen we analyseren of en in welke mate het aantal klachten gerelateerd aan eikenprocessierupsen afneemt.
We proberen ook na te gaan of er regionale verschillen zijn gerelateerd aan plaatsen waar er meer of minder ecologische beheermethoden worden ingezet.
Monitoring van het biocidengebruik
Het gebruik van BT
In 2018 werd er maar liefst 2053 kg BT gebruikt in Vlaanderen plus de betrokken Nederlandse provincies. BT is een biocide (insecticide) gebaseerd op Bacillus thuringiensis en is onder andere gekend onder de namen Xentari en Foray 48B. Dergelijke insecticiden kunnen echter ook non-target dieren doden, waaronder verschillende insecten en ook zeldzame vlindersoorten. Een slechte zaak dus voor de biodiversiteit.
Volgens de EU wetgeving 2009/128/CE is het gebruik van pesticiden door Belgische of Nederlandse overheidsdiensten niet langer toegestaan en BT is zelfs niet erkend als toegelaten pesticide in de EU. Belgische provincies moeten momenteel jaarlijks een tijdelijke toelating voor het gebruik ervan aanvragen bij de federale overheid. Hierbij krijgen ze de toestemming om BT te gebruiken op plekken waar eikenprocessierupsen ernstige gezondheidsschade veroorzaken. Momenteel is BT het meest ecologische product beschikbaar op de markt. Vanaf 2020 is er ook een nieuw product (Neemprotect) erkent om te gebruiken als biocide tegen de eikenprocessierups.
Monitoring
In 2020, bij de aanvang van het project, zullen we de basisdata van het biocidengebruik in de projectregio bepalen. Hiervoor doen we navraag bij de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), die het pesticidengebruik in Vlaanderen opvolgt, en bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) voor de situatie in Nederland. Jaarlijks zullen we de nieuwe gegevens opvragen en de evolutie van het biocidengebruik in kaart brengen.
Ons uiteindelijke doel is om het biocidengebruik met 50% te doen dalen tijdens de projectperiode, door alle belanghebbenden ervan te overtuigen op grote schaal over te stappen op ecologische beheermethoden, en dit ook in de officiële richtlijnen te laten nemen.