De nieuwe klimopproef – een onverwachte zijsprong
Onze meest voorkomende eikensoort, de zomereik, is als het ware een ecosysteem op zakdoekformaat. In de boom kunnen naar schatting zo’n 450 soorten dieren voorkomen, naast een schare aan paddenstoelen en andere schimmels.
Voor tientallen vlindersoorten als de gewone eikenpage, zijn zeldzame neef de bruine eikenpage en natuurlijk de eikenprocessierups, is de zomereik de enige waardplant. Dit betekent dat hun rupsen enkel kunnen overleven als ze eikenblaadjes te eten krijgen. De rupsen verraden hun aanwezigheid door aangevreten bladeren en honderden propjes uitwerpselen onder de boom.
Uit het bermenonderzoek van de voorbije jaren weten we dat eiken begroeid met klimop aanzienlijk minder nesten van de eikenprocessierups tellen dan bomen zonder. Hoe dat komt is nog niet helemaal duidelijk. Mogelijk vormt de klimplant een hindernis voor de bewegingen van de rupsen, of zorgt het dichte bladerdek van de klimop voor een microklimaat dat minder geschikt is voor de rups. Wat we ook nog niet weten, is of er nog andere vlindersoorten ‘last’ hebben van de klimplant.
De klimopproef in de praktijk
Daarom voorzien we dit jaar een nieuwe grootscheepse veldproef om de impact van klimop op de rupsenpopulaties in zomereiken te bepalen. Op een tiental locaties in de Antwerpse Kempen worden uitwerpselen van rupsen in bomen met en zonder klimop verzameld. De uitwerpselen worden opgevangen in kartonnen dozen – de bekende pizzadozen – onder de boom, daarna gewogen en vergeleken. We laten de dozen tenminste 24 uur staan, en herhalen dat enkele malen tijdens het hele rupsenseizoen. Op die manier hopen we te weten te komen of er een verschil is tussen het aantal rupsen in eiken met en zonder de klimplant. Het onderzoek loopt in samenwerking met de Universiteit Antwerpen.
Mocht je dus in de loop van de volgende maanden op een wandeling in de Antwerpse Kempen een aantal pizzadozen onder een boom zien liggen, weet dan dat hier de wetenschap aan het werk is!